Familie van Dongen

Dat we als collega's voor dezelfde organisatie werken met hetzelfde doel is geen verrassing. Maar er zijn collega's die nog meer met elkaar delen. Een huis bijvoorbeeld, of de straat, een hobby of een familieband! Deze keer spreken we met collega's en broer en zus: Johan Versteeg en Jaqueline de Bont - Versteeg. Jaqueline werkt bij burgerzaken en Johan bij de buitendienst. Eén kenmerk hebben broer en zus in ieder geval gemeen. Ze kunnen moeilijk 'nee' zeggen. Een leerpunt voor beide. Een voordeel voor Klets Magazine. Anders hadden we dit leuke inkijkje in het leven van Johan en Jaqueline gemist.

Het gezin Versteeg

Johan en Jaqueline komen uit een gezin met vijf kinderen, waarvan Johan de oudste is. Vader was vrachtwagenchauffeur in het houttransport. Moeder was thuis en zorgde ervoor dat het huishouden op rolletjes liep. Overigens wordt Johan in de familie Hans genoemd. Dat komt omdat er veel Johannen in de familie waren, genoemd naar opa. Om niet te vervallen in kleine Johan, grote Johan, oude Johan, jonge Johan, werd hij Hans genoemd en dat is zo gebleven.

Johan is bijna 13 jaar ouder dan Jaqueline. Tussen hen zitten nog een broer en een zus en na Jaqueline is nog een broertje geboren. En nee, hun namen beginnen niet ook met een J. Na Johan volgde Anita, vervolgens Gert-Jan en Ronald sloot de rijen. Aan de geboorte van Jaqueline heeft Johan geen specifieke herinneringen, maar des te meer aan die van Ronald. Vader was net die ochtend vertrokken naar de Ardennen voor zijn werk. En in die tijd waren er nog geen smartphones. Enige optie was een bericht achterlaten bij de grensovergang, maar dat lukte niet. Toen vader ’s avonds thuis kwam, was hij 'plotseling' een zoon rijker.

Generatiekloof

Hoewel Johan en Jaqueline in hetzelfde gezin geboren zijn, zijn hun jeugdherinneringen, als gevolg van het leeftijdsverschil heel verschillend. Toch een generatieverschil. Johan is geboren in 1959. Tot 1966 leefde het gezin in een soort noodwoning, achter het bedrijf van opa. Opa Versteeg had een tuinderij aan de Vaartweg in ’s Gravenmoer. De woning was gebouwd door zijn vader en had twee kamers en geen douche. Douchen deden ze op het bedrijf. In 1966 verhuisde het gezin naar de eerste nieuwbouwwijk van ’s Gravenmoer, naar de Grutterijstraat. Inmiddels dus alweer ruim 50 jaar geleden. Jaqueline kent alleen de Grutterijstraat en weet ook niet beter dan dat ze telefoon en televisie hadden, maar Johan weet nog goed dat die “nieuwigheden” in huis kwamen. Voorheen werd gebeld bij een buurman als het echt nodig was.

's Gravenmoer

Broer en zus zijn geboren en getogen in ’s Gravenmoer. Niet in Dongen. Dat is een wezenlijk verschil. Ook na de herindeling. Zoals Johan het verwoordde: “Daar gaat een generatie overheen.” Een van de grootste verschillen is dat ’s Gravenmoer overwegend protestants is en Dongen katholiek. Daaruit vloeien ook cultuurverschillen. Denk aan carnaval, maar, en dat is nu wellicht steeds minder een probleem, een huwelijk tussen een protestant en een katholiek was not done. Dat merkte Jaqueline toen zij haar man leerde kennen. Hij kwam uit Waspik en was katholiek. Dat was toch wel een dingetje. Maar is helemaal goed gekomen, gelukkig. Jaqueline groeide dus op in de Grutterijstraat. Het contact met haar broers die net voor haar en na haar zijn geboren was wat hechter dan met Johan en haar zus, omdat zij qua leeftijd nu eenmaal dichter bij haar zitten. Hun belevingswereld was meer hetzelfde.

Foto: Linksonder Jaqueline. Op de foto staan meer collega's die nu ook nog bij de gemeente werken. Spot jij ze?

Opleiding en werk

Johan volgde de Mavo en daarna de Middelbare Land- en Tuinbouwschool om vervolgens op zijn 21e te gaan werken bij een hoveniersbedrijf. In dienst van dat bedrijf werkte hij bij particulieren en bedrijven. Jaqueline zat op dat moment nog op de lagere school. Later ging ze naar de Havo, gevolgd door de MEAO, secretariële richting. In tegenstelling tot Johan ging Jaqueline meteen bij de gemeente werken. De gemeente ’s Gravenmoer wel te verstaan. In augustus 1991 is ze daar begonnen als typiste/telefoniste, waar lichte werkzaamheden voor Burgerzaken bij kwamen. Van lieverlee werden die werkzaamheden steeds meer. Dit maakte dat ze bij de herindeling met Dongen, toen ze mocht kiezen wat ze wilde gaan doen, koos voor Burgerzaken. Na de herindeling, moest Jaqueline in het begin even wennen aan de nieuwe situatie. Het ons-kent-ons gevoel van ’s Gravenmoer was weg. Daarmee doelt ze op het feit dat ze in ’s Gravenmoer vrijwel alle mensen die aan de balie kwamen kende. Dat was niet meer in de grotere gemeente Dongen. Vond ze wel een beetje jammer. Johan maakte na negen jaar bij een hoveniersbedrijf de overstap naar de overheid. Hij ging in 1989 werken bij de gemeente ’s Gravenmoer. Er kwam gelukkig net een functie vrij bij de buitendienst. Om een indruk te geven: de totale buitendienst bestond, voordat Johan er bij kwam, uit vijf man, aangevuld met drie mensen van de Sociale Werkplaats). Nu, in Dongen, werken er meer dan 50 man (inclusief mensen van de Diamantgroep en Flexpool) bij de buitendienst. Logisch uiteraard, want de te bewerken oppervlakte is ongeveer 10x zo groot en daarnaast zijn de werkzaamheden ook veranderd.

Aan de overstap van werken op het terrein van particulieren en bedrijven naar werken in de buitenruimte moest Johan even wennen. Hij voelde zich toch een beetje alsof hij in een glazen koepel stond. Iedereen ziet je, veel mensen kennen je. Dat is soms leuk, maar soms ook niet. Als ze op verjaardagen beginnen over de gemeente en dan vaak over wat er allemaal niet deugt, kapt hij dat snel af. Jaqueline woont in Waspik dus die heeft daar niet zo’n last meer van.

Toen Johan van school kwam moest hij 1500 planten, inclusief Latijnse namen kennen. Dat is nu niet meer echt nodig. Het assortiment bij een gemeente is een stuk kleiner dan bij een particulier bedrijf. Hoewel er wel een ontwikkeling is, wat het openbaar groen betreft, naar meer biodiversiteit, zowel in de wijken (waar sprake is van kijkgroen), als in het buitengebied (waar sprake is van belevingsgroen). Dit is een mooie ontwikkeling, volgens Johan. Hij is ook blij dat de buitendienst nu meer dan voorheen betrokken wordt bij het ontwerp van een wijk.

Het werk van Johan en zijn collega’s is in de loop van de jaren sowieso veranderd. Een aantal zaken zijn geautomatiseerd en geprivatiseerd. Er is veel handwerk bijgekomen sinds chemische middelen zijn verboden. Wijken worden groter en er komen nieuwe wijken bij. Toen de wijken kleiner waren kenden Johan en zijn collega’s de mensen die er woonden beter en wisten ze beter wat er speelde. Aan de andere kant vindt Johan de afwisseling in werkgebieden wel leuk. Jaqueline is ook nog steeds tevreden bij Burgerzaken. Achter de schermen werken, dus niet aan de balie, vindt ze het prettigst. Het uitzoeken van complexe zaken in het kader van bijvoorbeeld echtscheidingen of aanvragen voor het Nederlanderschap vindt ze leuk, even als het regelen van huwelijken. Ze komt steeds weer nieuwe dingen tegen en leert iedere dag weer bij.

Corona

Johan ziet dat de coronaperiode heeft veroorzaakt dat mensen het groen in hun eigen omgeving meer zijn gaan waarderen. Vooral het wandelgroen. Dat is een mooie ontwikkeling. Zelf ging Johan in het pre-corona tijdperk op vakantie naar Oostenrijk en Zwitserland om daar van de natuur te genieten. Nu waardeert hij meer dan toen, net als vele anderen, het kleine in de eigen buurt. Het zorgt ook wel weer voor werk, maar dat is niet erg. Hij hoopt dat de ogen van mensen opengaan wat betreft hun eigen tuin. Een waterton of een vijvertje en je hebt leven. Het werk van Jaqueline en haar collega’s is merkbaar beïnvloed door corona. Denk hierbij aan de organisatie van de verkiezingen vrij recent, maar ook aan de verminderde aantal aanvragen van paspoorten en ook huwelijken die verzet worden. Er zijn nu al weer huwelijken verzet naar 2022. Betekent wel een stuwmeer aan bepaalde werkzaamheden, die straks na de lockdown in relatief korte tijd afgewerkt zullen moeten gaan worden. Ook het afsprakensysteem is anders nu. Er staat maar een persoon achter de balie, er wordt gewerkt met schermen en met mondkapjes. Maar het lukt allemaal wel.

Zelforganisatie Het feit dat Johan en Jaqueline familie zijn heeft niet zoveel invloed op het werk. Eigenlijk zijn ze bij toeval allebei bij de gemeente terecht gekomen. Ze lopen als familie de deur niet bij elkaar plat, maar als er iets is, staan ze voor elkaar klaar. Dit betekent echter ook dat Jaqueline en Johan elkaar niet heel veel spreken over de gemeente. Heel af en toe. Het kan dan onder andere gaan over zelforganisatie. Dat vinden ze beide niet altijd makkelijk. Binnen t zelforganiserende, zegt Johan, is plannen (lees: plennen) een leerpunt voor hem. Aanspreken van collega’s vindt Johan ook moeilijk , net als Jaqueline. Johan is heel blij dat Dongen nog een eigen buitendienst heeft. Is uniek. Maar het vergt tijd om de nieuwe werkwijze eigen te maken. Begint te komen. Samenwerken met kantoor gaat ook steeds beter, en ziet hij als heel positief. Jaqueline vindt de rollen die een team moet verdelen en uitvoeren lastig. Maar langzamerhand beginnen beide hun draai te vinden. Afronding Het was een leuk gesprek. Johan vertelde volop over vroeger en nu. Jaqueline zei dat ze ook dingen hoorde van vroeger die ze nog niet wist. Goede reden om binnenkort, als het weer kan, weer eens een familiebijeenkomst te organiseren. Verder sprak Johan ook vol enthousiasme over natuurprojecten van de scholen en van collega’s van Ken en Geniet. De mensen informeren over de natuur is belangrijk. En daar kan ook de gemeente aan bijdragen. Al pratend kwamen we tot verschillende ideeën. Dus wie weet wat er nog van komt. Bedankt, Johan en Jaqueline voor jullie openhartigheid!

Foto: Een foto in de jongere jaren van Johan, linksboven.